Handelsmerken van prestigieuze wijnhuizen aangetast door hebzucht
De laatste jaren is de markt voor de verkoop en de waarde van grands crus-wijnen aanzienlijk toegenomen. Zo behoren de namen van Bordeaux-wijndomeinen (bijv. Château Petrus, Château Latour, Château Lafite-Rothschild, Château Mouton Rothschild en Château Margaux) tot de meest gewaardeerde wijnen ter wereld.
Net als de kunstmarkt trekt de speculatie met wijn namakers aan die hopen een deel van de enorme winst te pakken te krijgen die de wederverkoop van dergelijke wijnen elk jaar oplevert. Een veel voorkomende praktijk van dergelijke vervalsers is het bemachtigen van echte lege flessen en etiketten van bekende wijnen en deze te hervullen met een mengsel van inferieure druivensappen in de hoop ze tegen een hoge prijs te kunnen verkopen aan goedgelovige kopers.
Deze praktijk misleidt de kopers niet alleen over de authenticiteit en de herkomst van de wijnen, maar ondermijnt ook het prestige van het merk van de betrokken wijnhuizen. Het doet afbreuk aan het gevoel van schaarste dat merkeigenaren die slechts een beperkt aantal hectoliters per wijnjaar produceren, vakkundig in stand houden.
Het is duidelijk dat dergelijke namaakwijnen problematisch zijn voor Bordeaux-domeinen. Dit is echter niet de enige vorm van merkinbreuk waarmee gerenommeerde Franse wijnhuizen te maken hebben. Soms kunnen vervalsers hun producten tegen een hogere prijs verkopen door eenvoudigweg prestigieuze merken op alledaagse voorwerpen aan te brengen. Als gevolg van de COVID-19 pandemie zijn gezichtsmaskers het nieuwe canvas voor merkvervalsing (figuur 1).
Een recente uitspraak van de Belgische rechter heeft betrekking op het meeliften op het prestige van een bekend merk.
Figuur 1: voorbeeld van een masker dat het PETRUS-handelsmerk onrechtmatig gebruikt
Wijnetiketten voor onwettige decoratieve doeleinden
Op 6 januari 2021 heeft de Rechtbank van eerste aanleg (correctionele rechtbank) van Henegouwen, afdeling Charleroi, een beslissing gegeven (Petrus tegen X (19C000951)) inzake een inbreuk op het bekende beeldmerk PETRUS (afbeelding 2).
Figuur 2: PETRUS handelsmerk
Feiten
De zaak betrof de aanhouding van een persoon die in het bezit was van meer dan 3.000 Château Petrus wijnetiketten op de luchthaven Gosselies te Charleroi. De beklaagde gaf toe dat de etiketten nagemaakt waren. Hij verklaarde zelfs dat hij de etiketten met zwartebessensap had gerijpt om het uiterlijk van de etiketten in overeenstemming te brengen met de vermeende oogstdatum. Hij was echter niet van mening dat hij inbreuk maakte op de rechten van Petrus, omdat de etiketten bestemd waren om wijnbars te versieren en niet om op flessen te worden aangebracht.
Beslissing
De rechtbank te Charleroi heeft geantwoord dat de redenering van verweerder onjuist was. Aangezien het geschonden beeldmerk een bekend merk was, kon het gebruik ervan ook worden verboden voor andere waren dan die waarvoor het was bestemd (bijvoorbeeld siervoorwerpen). Het gaat erom dat verweerder heeft beoogd ongerechtvaardigd voordeel te trekken uit de bekendheid en het onderscheidend vermogen van het merk, aangezien de etiketten waren verkregen met het doel siervoorwerpen waarop dergelijke etiketten waren aangebracht, tegen een hoge prijs door te verkopen. De inbreuk van namaak werd dus vastgesteld.
Met deze beslissing heeft de rechtbank van Charleroi opnieuw bevestigd dat merkvervalsing het prestige en de reputatie van het getroffen merk schaadt. In dit geval werden de nagemaakte voorwerpen niet verkocht, zodat Petrus geen materiële schade heeft geleden. De zaak kan echter wel morele schade hebben veroorzaakt.
Een van de interessante punten in deze zaak was de berekening van de schadevergoeding. Het gerecht van Charleroi was van oordeel dat elk namaaklabel het exclusieve en zeldzame karakter van het PETRUS-merk verder aantastte. Daarom werd de morele schade vergoed met een forfaitair bedrag van 10 euro per inbreukmakend product.
Commentaar
Het vestigen van een reputatie voor een handelsmerk is een lang en kostbaar proces. Wanneer een handelsmerk deze status bereikt, zoals in het geval van de Bordeaux-wijnhuizen, kan de eigenaar ervan aanspraak maken op een ruimere bescherming die zich uitstrekt tot goederen en diensten die niet door hun merkregistraties worden aangeduid. Hoewel de eigenaar van een dergelijk gerenommeerd handelsmerk een bredere bescherming verkrijgt, is de keerzijde van een dergelijke erkenning dat dergelijke handelsmerken meer kans lopen het doelwit te worden van parasitisme en ongeoorloofd gebruik door gewetenloze inbreukmakers.
